UGent Computernetwerken 2
  • introduction
  • Reeks A - Configuratie van de netwerkinterface - Bridging - Multicasting op subnetwerkniveau
  • Reeks A - Routing
  • Reeks A - RIP
  • Reeks A - OSPF
  • Reeks A - Draadloze Netwerken
  • Reeks B - Multicastrouting
  • Reeks B - Configuratie van DNS servers onder Linux
  • Reeks B - Configuratie van DNS servers onder Linux Deel 2
  • Reeks B - Configuratie van DNS servers onder Linux Deel 3
  • Reeks B - Configuratie van reverse DNS onder Linux
  • Reek C - DHCP leaseprocessen en relay-agents
  • Reek C - IPv6 Adressering
  • Reek C - IPv6 berichtstructuur
  • Reek C - Overgang naar IPv6 en autoconfiguratie
  • Reek C - IPv6 Tunneling
  • SNMP Labo
Powered by GitBook
On this page
  • Bespreek in detail de structuur van IPv6 berichten.
  • Geef en bespreek de verschillende soorten extensieheaders die momenteel voor IPv6 gedefinieerd zijn.
  • Algemeen
  • Soorten

Was this helpful?

Reek C - IPv6 berichtstructuur

Bespreek in detail de structuur van IPv6 berichten.

  • IPv6 heeft een vaste headergrootte (IPv4 niet)

  • Opties worden geencodeerd als een gelinkte lijst van aparte extensieheaders.

    • Routing wordt efficienter, omdat de opties niet steeds onderzocht dienen te worden

  • Zowel header als extensieheaders bevatten een 'Next header' veld

    • Geeft aan welk type data er volgt

      • Een nieuwe header (type gespecifieerd)

      • Data van een ander protocol

  • Het geheel van extensieheaders + ingekapselde gegevens wordt de payload genoemd

  • IPv6 Header:

    • Wel in IPv4, niet in IPv6

      • Header Length: IPv6 heeft vaste grootte (40 bytes)

      • Checksum: Dit wordt verzorgd door de transportlaag

      • Fragmentatievelden: niet meer mogelijk

    • Wel in IPv4, ook in IPv6

      • Version: Ingevuld met waarde 6

      • Traffic Class: Analoog aan het TOS veld, geeft mogelijkheid tot gedifferentieerde dienst is default 0

      • Payload length: Aantal bytes in datagram

      • Hop Limit: Bovengrens voor de levensduur van een datagram.

      • Bron- en doeladres: 16 bytes lang

    • Niet in IPv4, Wel in IPv6

      • Flow label: Detecteerd samenhangende pakketten en routers die dit in cache hebben kunnen het pakket direct forwarden zonder header te interpreteren.

      • Next Header: Welk type data volgt er

Geef en bespreek de verschillende soorten extensieheaders die momenteel voor IPv6 gedefinieerd zijn.

Algemeen

Alle extensieheaders (behalve encapsulating security payload) volgen dezelfde structuur.

  • Next Header

  • Extension Header Length

  • Extension Header Data

Deze headers komen voor in een vastgelegde volgorde.

Soorten

  • Hop-by-Hop options

    • Verzamelt alle opties die ook door tussenliggende routers verwerkt dienen te worden

    • Komt onmiddelijk na de IPv6 header en is TLV geencodeerd.

    • Jumbo payload optie (type 194), maakt afhandelen datagrammen > 65535 bytes mogelijk

    • Router Alert optie (type 5), maakt een router duidelijk dat de informatie in het datagebied dient te worden verwerkt door de router.

    • Opvuloptie (type 1), gebruikt om extensieheader af te lijnen op veelvoud van 8 bytes.

  • Routing Header (RH)

    • Specifieer de route die het pakket moet afleggen

    • Bevat een lijst van IP adressen die het datagram moet bezoeken

    • Het doeladres moet niet perse het laatste adres in de lijst zijn.

    • Het routing Type ved beschrijft hoe de route moet lopen:

      • Type 0:

        • Adres begint bij eerste adres in de lijst, waarna het doorgestuurd wordt naar de volgende adressen om zo zijn doel te bereiken.

        • Gebruikt loose source routing waarbij tussenliggende routes zijn toegestaan.

    • Het segments Left veld geeft aan hoeveel adressen er nog bezocht moeten worden vooraleer de eindbestemming bereikt wordt.

  • Fragment Header (FH)

    • Fragmentatie kan enkel toegepast worden door de afzender

    • Dezelfde informatie als IPv4 fragmentatie wordt in de FH gestoken

      • Fragment Identification veld is 2x zo groot als bij IPv4

      • Fragment Offset veld is te klein om jumnogrammen te fragmenteren.

    • Path MTY Discovery proces is nodig om de maximale pakketgrootte te bepalen.

  • Authentication Header (AH)

    • Implementeert het IPsec mechanisme

    • Laat authenticatie van de inhoud toe

    • De AH bevat een MD5 checksum van het datagram, ontvanger kan controleren of pakket gewijzigd is.

    • AH Bevat volgnummer dat zorgt voor anti-replay bescherming (onderschepte atagrammen kunnen niet opnieuw het netwerk ingestuurd worden.)

  • Encapsulating Security Payload (ESP)

    • laat toe om geencrypteerde datagrammen te verzenden.

    • Geeft aan dat alle data vanaf dit punt geencrypteerd is.

    • Bevat ook genoeg gegevens om het datagram opnieuw te decrypteren.

    • Op 2 manieren te gebruiken:

      • Transparante of Transport mode:

        • Enkel de data wordt geencodeerd, de header en extensieheaders niet.

      • Tunnel mode:

        • Volledige datagram wordt versleuteld en in een andere datagram verpakt door een security gateway.

        • De security gateway aan de kant van de ontvanger zorgt voor het uitpakken van het datagram.

    • Aangeraden om steeds de ESP in combinatie met de AH e gebruiken.

  • Desintation Options Header

    • Bevat alle opties, die enkel door eindbestemming verwerkt dienen te worden

    • Kan verschillende keren voorkomen in het pakket (andere headers niet)

PreviousReek C - IPv6 AdresseringNextReek C - Overgang naar IPv6 en autoconfiguratie

Last updated 6 years ago

Was this helpful?