Reeks A - Configuratie van de netwerkinterface - Bridging - Multicasting op subnetwerkniveau
1.1. Bespreek alle (ook meer recente) opdrachten, inclusief hun opties en output, die onder Linux voor de configuratie van de netwerkinterface kunnen gebruikt worden, zowel op de subnetwerklaag als op de internetlaag. Behandel eveneens eventuele configuratiebestanden (inclusief locatie en inhoud). Vergeet in het bijzonder de opstartbestanden niet.
Commando's en hun werking
Commando
Werking
system-config-network
Fedora netwerk configurator GUI
dmesg
of /var/log/dmesg
Toont naam, type, mac adres, interrupt, I/O poort, ... van de gedetecteerde netwerkkaarten bij boot. Auto probing gaat ervoor zorgen dat deze automatisch gedetecteerd en geconfigureerd worden.
lsmod
Toont de geladen drivers
ifconfig
of iwconfig
- Laat ons toe om de ip addressen te configureren en na te kijken.
- ifconfig <interface>
toont info over deze interface, de belangrijkste info zijnde het broadcast adres, het ip adres, subnet, mac adres, status.
- ifconfig <interface> (inet) <ip> netmask <netmask>
: Stel IP configuratie in voor deze interface.
- ifconfig <interface> <up of down>
: activeer of sluit interface (down verwijdert ip alias).
- ifconfig <interface> multicast
: Enabled multicast voor deze interface.
- ifconfig ppp0 <ip> pointtopoint <ip2>
: Stelt pointtopoint gevinding in. (weinig gebruikt, vaak speciale software).
ip addr
- Recenter alternatief van ifconfig
- ip addr add <ip>/prefix dev <interface>
: Stel IP configuratie in voor specifieke netwerkkaart.
ifdown <interface>
Sluit interface af.
ifup <interface>
Activeer interface.
ifrename
Verandert default interface naam.
netstat
- netstat -i
: Toont info over alle running geconfigureerde netwerkinterfaces.
- netstat -ia
: Toont info over alle aanwezige geconfigureerde netwerkinterfaces.
Opstartbestanden
Bestand of map
Werking
/etc/conf.modules
, /etc/modules.conf
, /etc/modprobe.conf
, /etc/modprobe.d
File of map waarin we zetten welke driver voor welke interface gebruikt wordt, met hun opties. deze drivers staan in de /lib/modules/'uname -r'/kernel/drivers/net
folder. We kunnen hier ook de standaard eth naam veranderen.
/proc/modules
Bevat de geladen drivers
/etc/sysconfig/network-scripts
Bevat files die worden gebruikt voor configuratie interfaces on boot, vb: ifcfg-etho0
keys in deze file zijn: DEVICE, IPADDR, NETMASK en ONBOOT
1.2. Bespreek het equivalent onder Windows Server, zowel via de Command Prompt, als via de grafische interface.
Command Prompt
Commando
Werking
netstat -esp <IP>
Roept netstat op met Ethernet statistieken (-e), statistieken van TCP, UDP, ICMP (-s) en IP en selecteer IP (-p IP)
ipconfig
- Dit commando is gelijkwaardig aan ifconfig
.
ipconfig /all
: Toont alle info
netsh
- Staat voor netshell, sub shell in command prompt.
- netsh interface ip set address "<Interface Name>" static ^ <IP> <subnetmask>
: zet de details voor de verbinding van deze interface, ^ laat ons toe om dit over meerdere lijnen te schrijven in command prompt.
- netsh interface ip show ipaddress
: Toont een overzicht van alle interfaces en hun ip adressen.
GUI
Plug-and-Play zoekt tijdens boot netwerkkaarten en maakt een interface aan.
Interfaces staan in
Control Panel -> Network Connections
Hernoemen gaat door rechterklik -> rename.
Info:
<Interface> Right Click -> Properties -> Dubbel klik Internet Protocol Version 4
(hier staat ip, dns, ... onder properties zelf staat andere info zoals hardware info, ...Hardware instellingen:
<Interface> Right Click -> Properties -> Configure
.Monitoren netwerk verkeer:
<Interface> Right Click -> Status
Disable Interface:
<Interface> Right Click -> Disable
of via status menu.
1.3. In welke opeenvolgende stappen bepalen een verzameling bridges, die diverse netwerksegmenten tot een enkel subnetwerkgroeperen, welke van hun poorten moeten geblokeerd worden?
We hebben in het labo het Spanning Tree Protocol algoritme gebruikt, dit voorkomt lussen in de topologie. Het algoritme werkt zo:
Selecteer root bridge (Dit is de bridge met de kleinste bridge ID, bridge priority (2 bytes) + MAC (6 bytes), we kunnen nieuwe bridge laten kiezen door prioriteit te veranderen, dit moet wel in meervouden van 4096!).
Vind laagste kost pad voor de root bridge (We kennen kostprijs toe en laten elke bridge de som maken van de andere bridges tot die root bridge, de goedkoopste poort noemt men de designated root. Ook wordt er een designated port geselecteerd, deze wordt gebruikt om de root bridge te bereiken.)
Blokkeer alle andere poorten die geen designated port zijn of root port.
Breek gelijkheden op.
1.4. Hoe kun je, via de uitvoer van een enkele opdracht, op een als bridge geconfigureerd Linux toestel op diverse manieren controleren dat de juiste poorten geblokkeerd zijn, en om welke reden de andere poorten geactiveerd moeten blijven?
Ze kunnen de topologie bekijken door het commando brctl showstp <bridgename>
uit te voeren.
stp moet wel aan staan, dit doen we via
brctl stp <brname> on
.
Hier zien we onder het subdeel br wie onze root bridge is en onder de interfaces zien we de kostprijs van het pad (deze kostprijs is de pathcost + designated cost) waarbij de laagste dan de designated port is.
De state blocking betekent dat deze bridge geen paketten gaat forwarden. De geblokkeerde interfaces zijn de interfaces die loops veroorzaken in het netwerk.
Blocking staat juist als de interface geen designated root is of een designated port.
1.5. Hoe weet een multicast bron of router dat hij verantwoordelijk is om multicast berichten af te leveren aan clients (niet-routers) op de diverse subnetwerken waarop hijzelf is aangesloten. Bespreek de addressering en het protocol dat hierbij gehanteerd wordt, inclusief de bijkomende faciliteiten van meer recente versies ervan. Vermeld eveneens de Linux opdracht die hieromtrent informatie kan verschaffen.
Hoe weet men dat men verantwoordelijk is?
Volgens RFC1112 is vastgelegd dat als het IP Multicast Datagram zijn TTL groter is dan 1 dat deze bron verantwoordelijk is voor het afleveren aan clients.
Addressering
elk multicast adres valt in de D range van IPv4 (224.0.0.0 -> 239.255.255.255), deze hebben geen subnetmask. Dit omdat men elk adress apart behandelt.
Gebruikte protocol
Het gebruikte protocol is IGMP wat staat voor Internet Group Management Protocol.
IGMP biedt een manier voor computers om hun interesse om tot een multicast groep van naburige routers te behoren te tonen.
Multicasting staat 1 computer toe om berichten te sturen naar andere computers die interesse tonen.
IGMP wordt gebruikt om dynamische individuele hosts aan een multicast groep toe te voegen. Hosts indentificeren computers die interesse hebben, door deze IGMP berichten naar hun lokale multicast router te laten sturen.
Routers luisteren naar IGMP berichten en zenden periodiek berichten uit om te ontdekken welke groepen er actief zijn en welke inactief zijn op een specifiek subnet.
Er zijn 3 verschillende versies van IGMP:
IGMPv1
Stuurt report berichten naar het groepadres dat bereikt moet worden. (adres is dat van het doel adres)
Kan stoppen met zenden op elk moment.
IGMPv2
Stuurt report berichten naar het groepadres dat bereikt moet worden. (adres is dat van het doel adres)
Stuurt een Leave-Group bericht als deze stopt.
IGMPv3
Dezelfde als ICMPv1 en ICMPv2 enkel kan men nu aangeven of men pakketten wil ontvangen of filteren van specifieke adressen. (Adres is het multicast adres: 224.0.0.22)
Gebruikte Linux Opdracht
Om de huidige status te zien van de cache kunnen we kijken naar de content van de file /proc/net/ip_mr_cache
.
Last updated
Was this helpful?